Stap 1: Kies de beste auto
Ga je voor een directiewagen bij een professionele autohandelaar/garage of een auto van een particulier? Het advies is niet eenduidig, want het hangt af van je persoonlijke situatie.
Heb je het nodige budget, ga dan zeker voor een directiewagen. Je betaalt wel wat meer, maar vaak gaat het dan om een wagen die maar een beperkt aantal kilometers gereden heeft. Bovendien heb je recht op één jaar wettelijke garantie.
Zit je wat krapper bij kas, dan ben je het voordeligst af als je een auto koopt van een particulier. Maar het risico is ook veel groter. Je hebt namelijk enkel het document van de technische keuring en de verplichte Car-Pass als ‘garantie’. In stap 2 meer daarover.
Stap 2: controleer alle documenten voor verkoop
Voor je een verkoopcontract ondertekent, moet je zeker de volgende documenten hebben ingezien:
- Het ‘roze document’: is het formulier ‘aanvraag tot inschrijving voertuig’, dat de verkoper ontvangt na de technische keuring en dat je nodig hebt om je tweedehandswagen in te schrijven bij de DIV. Let op: dit document is slechts twee maanden geldig!
- Het onderhoudsboekje van de wagen
- Het gelijkvormigheidsattest of het bewijs van de technische keuring
- Het inschrijvingsbewijs van het voertuig
- Het tweedehandsrapport van de technische keuring
- De Car-Pass: dit verplichte document mag eveneens niet ouder zijn dan twee maanden en geeft de kilometerstand weer op verschillende data. Hoe meer kilometerstanden er vermeld staan, hoe meer zicht je hebt op het verleden van de auto. Laat het document een plotselinge daling zien? Dan kan dat wijzen op geknoei met de teller. Stel dus de nodige kritische vragen aan de verkoper.
- Het verkoopcontract zelf: dit is niet verplicht, maar beschermt je als koper. Het vermeldt zowel de gegevens van verkoper en koper, de details van het voertuig, de prijs als de (eventuele) garantieperiode.
Stap 3: let extra goed op de garantieperiode
Als je een tweedehandsauto koopt bij een professionele autohandelaar/garage, dan heb je in principe recht op minstens één jaar en soms zelf twee jaar wettelijke garantie. Net zoals bij een nieuwe wagen dus.
Als je al binnen de eerste zes maanden na aankoop een beroep moet doet op de garantie, dan krijgt de verkoper eerst de kans om de wagen te herstellen of om te ruilen. Lukt dat niet, dan kun je de verkoop laten annuleren en je geld terugvragen.
Opgelet: bij een verkoop tussen twee particulieren geldt de garantiewetgeving niet.
Stap 4: deze verzekeringen heb je nodig
Net zoals een nieuwe auto, moet je je tweedehandsauto zo goed mogelijk laten verzekeren. Naast de burgerlijke aansprakelijkheid (BA) kun je opteren voor een mini-omnium of een full omnium. Ook een rechtsbijstandsverzekering motorrijvoertuigen is interessant, want ze geeft je recht op juridisch advies en rechtshulp als er een conflict is over een schadegeval met je auto.
Ga je voor BA, mini-omnium of full omnium? Wat betekenen deze termen? En wat verzekeren zo’n autocontracten precies?
Stap 5: heeft een full omnium zin voor een occasie?
Dat hangt ervan af hoe oud de auto is. Voor wagens tot en met 4 à 5 jaar is een full omnium zeker een meerwaarde, omdat ook een tweedehandswagen dan nog een behoorlijke waarde heeft.
Hoe oud je auto ook is: als er geen total loss is, dan dekt een full omnium de volledige herstellingskosten. Bij een ongeval kunnen die kosten makkelijk hoog oplopen, dus ook die overweging moet meespelen in je beslissing.
Als alternatief kun je ook een mini-omnium overwegen, die je verzekert tegen brand, diefstal of inbraak, glasbreuk, aanrijding met dieren, storm en hagel en andere natuurkrachten.