Telecom in België; 42 euro duurder dan in Frankrijk: speelt kwaliteit telecomdiensten mee?

In België betalen we maandelijks gemiddeld 42 euro meer voor telecomdiensten dan in Frankrijk. Dit bleek uit het jaarverslag van BIPT, het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie. Maar hoe komt het dat wij zoveel meer betalen voor onze gsm-, internet- en tv-abonnementen? En krijgen we daar meer of minder voor in de plaats?

In België betalen we maandelijks gemiddeld 42 euro meer voor telecomdiensten dan in Frankrijk. Dit bedrag heeft enkel betrekking op vaste internetdiensten, blijkt uit het jaarverslag van telecomregulator BIPT.

In dat verslag is geen sprake van een vergelijkende prijzenstudie voor bundels met internet-, tv- en telefoondiensten. We zien wel dat we ook voor mobiele abonnementen meer betalen dan onze zuiderburen, gemiddeld 28 euro.

Dat is geen verrassing: uit internationale prijzenstudies blijkt keer op keer dat telecomabonnementen een dure aangelegenheid zijn in ons land. In Europa behoort Frankrijk dan wel tot de landen met de goedkoopste abonnementen, ook in vergelijking met onze andere buurlanden betalen we meer.

Ieder voor zich

De oorzaak van die hoge prijzen is tweeledig: inflatie en te weinig samenwerking. In de context van de hoge inflatie trokken verschillende operatoren vorig jaar hun tarieven op, zowel voor mobiele abonnementen als vast internet en bundels. Volgens experts is dat slechts een deel van de verklaring, want ook de aparte netwerken van elke operator hebben een belangrijke impact op de prijs.

Om historische redenen bestaan die netwerken naast elkaar. Ook voor de uitrol van het nieuwe glasvezelnetwerk werken de operatoren niet samen en leggen ze elk hun eigen netwerk aan. En dat laat zich voelen in de prijs voor vaste internetdiensten.

Hoge prijzen voor mobiele abonnementen zijn volgens het BIPT dan weer een gevolg van het gebrek aan concurrentie bij ons in vergelijking met andere landen, en dus niet door de hoge kwaliteit van het netwerk of de dienstverlening, zoals de operatoren zelf graag beweren.

Geen beterschap voor internet, wel voor mobiel

Kortom: zolang de operatoren niet samenwerken voor het aanleggen en beheer van internetinfrastructuur, liggen er geen betere prijzen in het verschiet. De manier waarop de operatoren hun glasvezelnetwerken vandaag uitrollen, belooft dus geen beterschap.

Op het vlak van mobiele telefonie staan de prijzen een pak minder onder druk. De voorbije jaren zijn er lowcostoperatoren bijgekomen op de markt. Ze bieden betere prijzen aan door het netwerk van een andere operator te gebruiken en klanten alles digitaal zelf af te laten handelen. Denk aan yoin, hey! of Mega. De lang verwachte lancering van lowcostprovider DIGI, dat prijzen belooft die 10 procent lager liggen, zou opnieuw een gunstige stap betekenen.

All-in bundels zijn niet altijd slim

Dat de telecomprijzen in ons land hoger liggen dan in onze buurlanden, betekent niet dat er geen besparingsmogelijkheden zijn. Voor een mobiel abonnement met 12 GB data betaal je bij yoin bijvoorbeeld 10 euro per maand, terwijl Proximus daar 19,99 euro voor vraagt. Heb je een vaste telefoonlijn die je nooit gebruikt? Schrap die en bespaar tot 100 euro per jaar. Ook tv-kijken kan voordeliger via apps op je smartphone, tablet of smart-tv. Speciale abonnementen zonder decoder zijn vaak goedkoper, vooral als je maar naar een beperkt aantal zenders kijkt.

Bundels met tv, internet en telefonie lijken handig, maar zijn vaak duur en bevatten onnodige extra’s, zoals een hoge internetsnelheid die jij voor je gebruik misschien helemaal niet nodig hebt. Overweeg daarom om je diensten afzonderlijk af te nemen. Zo kun je bijvoorbeeld je gsm-abonnement afsluiten bij een lowcostprovider, die meestal veel scherpere tarieven biedt. Dat is vaak voordeliger dan een alles-in-één-pakket.